Opnamen opslaan in een cloud
Wegens de populariteit van cloudoplossingen bij onze klanten en hun integratiepartners ontstond de vraag om bepaalde typen clouds, of andere hosts voor gegevensopslag, op te nemen in de uploadopties van de Technician Console.
Standaard biedt de Technician Console (TC) vier soorten doelbestemmingen waar klanten schermopnames kunnen uploaden:
- Externe mappen waarnaar wordt verwezen met \\machine\folder-path; drive:\folder-path
- FTP-hosts
- HTTP-hosts
- HTTPS-hosts
- Gebruik specifieke authenticatie gedefinieerd door de klant, bijv. SSO aanmelding
- Voer voorafgaande controles uit op de opnames
- Uploaden naar meerdere doelbestemmingen
- Analyse van statistieken
Hoe werkt het?
De Technician Console roept een scriptbestand op dat de upload uitvoert. De TC houdt dus controle over de bestanden, en aangeeft wanneer welk bestand moet worden geüpload. Als de upload gelukt is, wordt het bestand uit zijn map verwijderd. De TC beschouwt de upload als gelukt wanneer het bestand uit de map is verdwenen. Als het bestand toch in de map blijft staan na de uitvoering van het script, beschouwt de TC de upload als mislukt, en wordt het bestand bewaard voor verdere uploadpogingen. De levenscyclus van mislukte bestanden is beperkt, net als in het geval van de standaarddoelen (externe map, FTP, HTTP ...).
Toepassingen
Het uploaden van opnames met het script van Rescue, rclone geleverd door de klant
- De klant stelt de doelmap in het Admin Center in als 'custom:CustomSRUploader.cmd'.
- De klant download de laatste versie van rclone.
- De klant kopieert rclone.exe commandoregeltool naar dezelfde map waar LMIRTechConsole.exe is geïnstalleerd, bijv. C:\Program Files (x86)\LogMeIn Rescue Technician Console\LogMeInRescueTechnicianConsole_x64.
- De klant kan een rclone 'remote' voorconfigureren met de naam 'RescueSRUpload:'.
Configureren van "CustomSRUploader.cmd"
- De klant stelt de doelmap in het Admin Center in als 'custom:CustomSRUploader.cmd'
- De klant downloadt de laatste versie van rclone, en slaat die op in een beveiligde map.
- De klant maakt zijn eigen script.
- De klant stelt de omgevingsvariabelen in.
Variabele Beschrijving RESCUE_SR_UPLOADER
het absolute pad van het script of binair bestand van de klant RESCUE_SR_COMMAND_BEG
parameters voor de opdrachtregel van het script, vóór de naam van het uploadbestand RESCUE_SR_COMMAND_END
parameters voor de opdrachtregel van het script, na de naam van het uploadbestand
If RESCUE_SR_UPLOADER is not defined, the script will set the parameters automatically as below:
SET "RESCUE_SR_UPLOADER=%SCRIPT_FOLDER%rclone.exe" SET RESCUE_SR_COMMAND_BEG=move SET RESCUE_SR_COMMAND_END=RescueSRUpload: -v -v -v
De klant heeft zijn eigen script, bijvoorbeeld 'MyUploadScript.cmd'
Dit wordt aanbevolen wanneer de klant zijn eigen oplossingen heeft, en er geen veranderingen mogen worden doorgevoerd in omgevingsvariabelen, of de TC-installatiemap. In dit geval wordt het standaardscript CustomSRUploader.cmd volledig genegeerd.
- De klant stelt de doelmap in het Admin Center in als custom:c:\MyScripts\MyUploadScript.cmd
- Telkens wanneer een schermopname moet worden geüpload, roept de TC het script van de klant op.
- De TC roept het script aan met één opdrachtregelparameter: het absolute pad van het bestand dat moet worden geüpload.
- Het script van de klant wordt vanzelf geüpload. Na het uploaden wordt het lokale bestand verwijderd.
- De TC wacht tot het uploadproces is voltooid, en controleert daarna of het lokale bestand is verwijderd.
Resultaat: Als het bestand nog steeds bestaat, is het uploaden mislukt en wordt dit gerapporteerd in het logboek van de TC-console. Momenteel wordt de retourcode van het script van de klant niet gebruikt door de TC.
Een script maken en debuggen
De Technician Console voert het script uit in een Windows-opdrachtshell, maar verborgen, zonder UI. Aangezien standaard is ingesteld dat de programmeur de standaardoutput en de fouten van het script niet ziet, komen de krachtige functies van de TC goed van pas wanneer foutopsporing nodig is.
UI Inschakelen voor een Rescue-terminalsessie
- Copy the GUID in parentheses onto the Clipboard - {f9d5d4ce-6dc7-44f2-875a-90426e75f4d6}.
- Open de Technician Console, die bij het opstarten het GUID-klembord controleert.
- Terwijl de TC wordt uitgevoerd, wordt de opdrachtshell GUI getoond voor het uploaden van het script.
Als de programmeur/IT'er zich aanmeldt bij een map met bewerkingsrechten, zal het scriptlogboek standaard worden bijgehouden in de lokale map voor schermopnames van de TC.
Bijv. C:\Users\rescueuser\AppData\Local\Temp\LMIRescueScreenRecording_1746009\CustomSRUploader.log
Het script ontvangt het volledige pad van het schermopnamebestand, aangegeven met "...", als opdrachtregelparameter 1.
Scriptmonster geïnstalleerd door de TC
SET SCRIPT_FOLDER=%~dp0 SET SCRIPT_LOGNAME=CustomSRUploader.log SET SCREEN_RECORDING_FOLDER=%~dp1 SET SCREEN_RECORDING_NAME=%~n1 SET LOG_PATH="%SCREEN_RECORDING_FOLDER%%SCRIPT_LOGNAME%" SET "LOG=ECHO >>%LOG_PATH% " TITLE Upload: %SCREEN_RECORDING_NAME% %LOG% [%DATE% %TIME%]: "-----------------------------------------------" %LOG% [%DATE% %TIME%]: "Custom Script started" %LOG% [%DATE% %TIME%]: "%RESCUE_SR_UPLOADER%" %RESCUE_SR_COMMAND_BEG% %1 %RESCUE_SR_COMMAND_END% IF NOT DEFINED RESCUE_SR_UPLOADER ( SET "RESCUE_SR_UPLOADER=%SCRIPT_FOLDER%rclone.exe" SET RESCUE_SR_COMMAND_BEG=move SET RESCUE_SR_COMMAND_END=RescueSRUpload: -v -v -v )